Maak een goede eerste indruk op uw sollicitatiegesprek

Lichaamstaal en uitstraling

Het sollicitatiegesprek begint al vanaf het moment dat u handen schudt met uw gesprekspartner. Vaak is dit in de hal of in de lift. Daarna volgt er meestal een beleefdheidspraatje tot jullie op de plek van het gesprek zijn aangekomen. ‘Heeft u ons bedrijf makkelijk kunnen vinden?’ of ‘Bent u met de auto gekomen of met het openbaar vervoer?’. Wees vrij om ook zelf het initiatief hierin te nemen en zo het gesprek op gang te brengen.

Uw eerste indruk van de organisatie

Aan het begin van een sollicitatiegesprek is het gebruikelijk dat uw gesprekspartners zichzelf aan u voorstellen en dat zij iets vertellen over het bedrijf, de afdeling en het werk. Zo heeft u ook de kans om een eerste indruk te vormen van de organisatie. In dit deel hoeft u alleen met aandacht en interesse te luisteren. U hoeft zelf nog geen vragen te stellen.

Uw zenuwen de baas

De meeste mensen vinden een sollicitatiegesprek spannend. Onthoud dat het sollicitatiegesprek geen examen is waarin u goede en verkeerde antwoorden kunt geven. De manier waarop u denkt, bepaalt voor een groot deel of u zenuwachtig bent en gespannen. Zie het gesprek als een kans om de werkgever beter te leren kennen en om te zien of u vindt dat de baan bij u past. Dan gaat u met een vrijer gevoel het gesprek in. 

Kledingkeuze

Elke organisatie kent een kledingcode. Dat betekent dat de meerderheid van de mensen in grote lijn dezelfde kledingstijl heeft. Ook de functie waar u op solliciteert, bepaalt of u kiest voor formele of informele kleding. Voor uw sollicitatie wilt u natuurlijk een goede indruk maken. Kies daarom kleding die is afgestemd op de organisatie en de functie. En minstens zo belangrijk: wat vindt u prettig om te dragen? En wat wilt u uitstralen? Voor een sollicitatie geldt beter iets te netjes, dan te casual.

Wat is uw professionele kledingstijl?

Om erachter te komen welke kleding het best bij u past tijdens een sollicitatie, kunt u het volgende doen: 

• Check of er foto’s op de website van de organisatie staan, waaruit u kunt opmaken wat de kledingcode is. 
• Kijk of u via social media foto’s kunt vinden, zoals de LinkedIn-pagina van het bedrijf. 
• Onderzoek welke kleding hoort bij de functie waar u op solliciteert.

Wat wilt u uitstralen?

Met de stijl en kleuren van uw kleding kunt u bepalen wat u wilt uitstralen. Zo kunt u zelf of samen met een kledingcoach nagaan welke kleding goed bij u en bij uw functie past. Lees ook het artikel in de Werkhoek: is uw outfit sollicitatieproof?.

Dress for Success

Heeft u een minimuminkomen of een uitkering (Bijstandsuitkering, WW, WIA of Wajong)? Misschien kunt u dan bij Dress for Success gratis kleding uitzoeken voor een sollicitatie- of netwerkgesprek. De vrijwilligers van Dress for Success helpen u graag met het uitzoeken van passende kleding en het verbeteren van uw persoonlijke presentatievaardigheden. Een afspraak maakt u via Dress for Success.

Bekijk de video hieronder om te zien hoe het in zijn werk gaat.

Tatoeages en piercings

Piercings en tatoeages zijn geaccepteerd als een vorm van expressie, maar zijn niet bij alle bedrijven en in alle functies gangbaar. Bedenk daarom goed of u uw tatoeages of piercings tijdens een sollicitatiegesprek wilt tonen of niet. Hoe gaat u hiermee om als u op zoek bent naar een nieuwe baan? Meer hierover leest u bij 'Solliciteren met zichtbare tatoeages en piercings'.

Tips voor een goede, eerste indruk

• Blijf uzelf en laat u van uw beste kant zien.
• Uiterlijke verzorging is belangrijk. Zorg daarom altijd voor verzorgd haar, schone nagels en gepoetste tanden.
• Zeg duidelijk uw naam en geef een stevige hand. Voorkom een slap handje of juist een te krachtige handdruk.
• (Glim)lach! Het laat zien dat u enthousiast en positief bent. Ook straalt u meer zelfvertrouwen uit en maakt u echt contact.
• Neem een actieve zithouding aan en leg uw onderarmen ontspannen voor u op tafel.
• Maak oogcontact. Daarmee laat u zien dat u geïnteresseerd bent in wat uw gesprekspartner vertelt.
• Luister goed naar de vragen. Is iets niet duidelijk, vraag dan door.
• Spreek rustig en duidelijk, zodat uw gesprekspartner u goed verstaat.
• Neem de tijd om te antwoorden. Wees niet bang voor stiltes, even nadenken mag.
• Antwoord niet alleen met 'ja' of 'nee', maar kom met concrete voorbeelden.
• Maak korte zinnen en gebruik liever geen stopwoorden, bijvoorbeeld 'weet je wel' of 'zeg maar'.
• Maak ook handgebaren tijdens het gesprek, zolang u dit niet overdrijft.
• Weet u een antwoord echt niet, zeg dat dan. U hoeft niet alles te weten.